Zorgwekkende trends in middelengebruik bij adolescenten, volgens nieuw onderzoek van WHO/Europa

Alcohol is de meest gebruikte substantie, terwijl e-sigaretten populairder zijn dan traditionele sigaretten.

Deze post is gebaseerd op het internationale persbericht van WHO Europe Office

In heel Europa, Centraal-Azië en Canada ontstaat een zorgwekkend beeld van middelengebruik bij adolescenten, zo blijkt uit een nieuw rapport van WHO/Europa. Meer dan de helft van de 15-jarigen heeft geëxperimenteerd met alcohol en 1 op de 5 heeft recent e-sigaretten gebruikt. De nieuwe gegevens van de Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) studie benadrukken een verkleining van de genderkloof in middelengebruik, wat de noodzaak onderstreept voor gerichte preventiestrategieën.

Enkele belangrijke bevindingen:

  • Prevalentie van alcoholgebruik: alcohol is de meest geconsumeerde substantie onder adolescenten, met 57% van de 15-jarigen die minstens één keer alcohol hebben geprobeerd en bijna 4 op de 10 (37%) die aangaven in de afgelopen 30 dagen alcohol te hebben gedronken.
  • De populariteit van e-sigaretten: e-sigaretten hebben de traditionele sigaretten in populariteit overtroffen, met 32% van de 15-jarigen die ooit e-sigaretten hebben gebruikt en 20% in de afgelopen 30 dagen.
  • Trends in cannabisgebruik: cannabisgebruik vertoont een lichte daling, waarbij het percentage 15-jarigen dat ooit cannabis heeft gebruikt, is gedaald van 14% in 2018 naar 12% in 2022.
  • Verkleining van de genderkloof: de ongelijkheid in middelengebruik tussen jongens en meisjes verkleint snel, waarbij meisjes tegen de leeftijd van 15 jaar jongens evenaren of overtreffen in tabaks-, alcohol- en e-sigarettengebruik.

Wijdverspreid alcoholgebruik

Alcohol is veruit de meest gebruikte substantie onder adolescenten. Meer dan de helft (57%) van de 15-jarigen heeft minstens één keer alcohol geprobeerd en bijna 4 op 10 (37%) meldde in de afgelopen 30 dagen alcohol te hebben gedronken.

Ongeveer 1 op de 10 (9%) adolescenten in alle leeftijdsgroepen is minstens twee keer dronken geweest in hun leven. Een percentage dat alarmerend stijgt van 5% op 13-jarige leeftijd tot 20% op 15-jarige leeftijd, wat een escalerende trend in alcoholmisbruik onder jongeren aantoont. Een gelijkaardig patroon wordt gezien voor dronkenschap in de afgelopen 30 dagen. Een stijging van 5% onder 13-jarigen tot een alarmerende 15% onder 15-jarigen wordt vastgesteld.

Deze bevindingen benadrukken hoe beschikbaar en genormaliseerd alcoholgebruik is en noopt tot gerichte interventiestrategieën om dit groeiende probleem van drinken bij minderejarigen aan te pakken.

E-sigaretten zijn populairder dan traditionele sigaretten

Het gebruik van e-sigaretten wordt steeds populairder onder adolescenten. Het onderzoek toonde aan dat ongeveer een derde (32%) van de 15-jarigen ooit e-sigaretten had gebruikt en 20% had ze in de afgelopen 30 dagen gebruikt. Dit vergeleken met 25% van de 15-jarigen die ooit een sigaret hadden gerookt en 15% die in de afgelopen 30 dagen een sigaret hadden gerookt. De wijst erop dat e-sigaretten de traditionele sigaretten in populariteit hebben overtroffen.

Een hoger aandeel van e-sigaretgebruik in vergelijking met sigaretten roken is al te zien vanaf de leeftijd van 13 jaar: 11% van de 13-jarigen meldt ooit een sigaret te hebben gerookt, vergeleken met 16% die ooit een e-sigaret hebben gebruikt. Van de 13-jarigen geeft 5% aan een sigaret gerookt te hebben in de afgelopen 30 dagen, vergeleken met 9% die een e-sigaret hebben gebruikt.

Cannabisgebruik daalt licht

Meer dan een op de tien (12%) 15-jarigen meldt ooit cannabis te hebben gebruikt, een lichte daling sinds 2018 (gedaald van 14%). Terwijl 6% van de 15-jarigen meldt cannabis te hebben gebruikt in de afgelopen 30 dagen. Vroeg cannabisgebruik kan leiden tot afhankelijkheid en problematische gebruikspatronen later in het leven. Preventie-inspanningen die zijn afgestemd op adolescenten zijn cruciaal om deze risico’s te verminderen en gezonde keuzes te bevorderen.

Genderkloof verkleint: meisjes halen jongens in

Een opvallende bevinding in het rapport is de kleiner wordende kloof tussen jongens en meisjes in middelengebruik. Historisch gezien lag middelengebruik doorgaans hoger bij jongens dan meisje, maar dit wijzigt stilaan. Op 15-jarige leeftijd evenaren meisjes niet alleen jongens in, maar overtreffen ze hen zelfs voor bepaalde categorieën van middelengebruik. Dit omvat vooral het gebruik van tabak, e-sigaretten en alcohol. Dit benadrukt de noodzaak van genderspecifieke interventies om deze trends effectief aan te pakken.

Preventiemaatregelen zijn nodig om de gezondheid van adolescenten te beschermen

“Het wijdverspreide gebruik van schadelijke stoffen onder kinderen in veel landen in de Europese Regio is een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid.” zegt dr. Hans Henri P. Kluge, regionaal directeur van WHO voor Europa. “Aangezien de hersenen zich blijven ontwikkelen tot in het midden van de twintig, moeten adolescenten worden beschermd tegen de effecten van giftige en gevaarlijke producten. Helaas worden kinderen tegenwoordig voortdurend blootgesteld aan gerichte online marketing van schadelijke producten terwijl populaire cultuur, zoals videogames, deze normaliseert. WHO/Europa werkt samen met landen om ervoor te zorgen dat alle jongeren, overal, de best mogelijke start in het leven krijgen. Dit betekent hen beschermen tegen giftige en verslavende producten die hun kwaliteit van leven in de komende jaren kunnen beïnvloeden.”

Om het gebruik van alcohol, nicotine en tabaksproducten te verminderen en te voorkomen bij jongeren, moeten uitgebreide maatregelen, zoals uiteengezet in verschillende internationale verdragen en WHO-aanbevelingen, dringend worden geïmplementeerd. Deze omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

  • de verhoging van accijnzen
  • het beperken van de beschikbaarheid van nicotine- en tabaksproducten en alcohol, bijvoorbeeld door verkorte verkoopuren of verkooppunten, en de handhaving van minimumleeftijden voor het kopen van de producten
  • het verbieden van alle smaakstoffen, inclusief menthol en synthetische mentholanalogen in alle nicotine- en tabaksproducten
  • en het handhaven van een algeheel verbod op reclame, promotie en sponsoringsmogelijkheden op reguliere en sociale media

Pesten en geweld bij adolescenten: Vlaamse jongeren in een internationale context

Eind maart verscheen het tweede rapport van de internationale Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) studie. Dit rapport biedt gedetailleerde inzichten in het voorkomen van pesten en geweld bij jongeren in Europa, Centraal-Azië en Noord-Amerika.

Deze post is gebaseerd op het internationale persbericht van WHO Europe Office

Hoewel de cijfers voor pesten op school stabiel bleven, neemt cyberpesten toe. Enkele belangrijke bevindingen worden hieronder toegelicht.

Klassiek pesten

Pesten blijft wereldwijd een probleem. Op internationaal vlak geeft gemiddeld 6% van de adolescenten aan anderen regelmatig gepest te hebben in de afgelopen maanden (minstens twee tot drie keer per maand). Dit gedrag komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes, ook in Vlaanderen. Vlaamse jongeren scoren gemiddeld wel iets beter (4% van de Vlaamse jongeren gaf aan anderen regelmatig te pesten) en eindigen eerder laag in de internationale ranking.

Gemiddeld wordt 11% van de adolescenten regelmatig gepest, met zeer kleine verschillen tussen jongens en meisjes. In Vlaanderen ligt deze prevalentie iets lager op 9%, maar er is nog ruimte voor verbetering.

Cyberpesten: een groeiende zorg

Cyberpesten lijkt aan een opmars bezig. Dit brengt unieke uitdagingen met zich mee die verder gaan dan de schoolpoorten en tot in de veilige haven van de thuisomgeving van jongeren reiken. De nieuwste gegevens tonen aan dat gemiddeld 12% van de adolescenten anderen regelmatig gecyberpest hebben in de afgelopen maanden (minstens één tot twee keer per maand). In analogie met klassiek pesten, komt dit gedrag vaker voor bij jongens dan meisjes. Vlaamse jongeren volgden dit globale patroon, al lag de prevalentie wat lager op gemiddeld 10%.

Het rapport toont dat gemiddeld 16% van de adolescenten aangeeft slachtoffer te zijn van cyberpesten, zonder duidelijke verschillen tussen jongens en meisjes op internationaal vlak. In Vlaanderen worden wel duidelijke geslachtsverschillen gevonden: meisjes worden doorgaans vaker gecyberpest dan jongens.

In het licht van deze uitdagingen benadrukte dr. Joanna Inchley, internationale coördinator van de HBSC-studie: “De digitale wereld biedt geweldige mogelijkheden voor leren en verbinden, maar vergroot ook uitdagingen zoals cyberpesten. Dit vereist uitgebreide strategieën om het mentale en emotionele welzijn van onze jongeren te beschermen. Het is cruciaal dat overheden, scholen en gezinnen samenwerken om online risico’s aan te pakken en ervoor te zorgen dat adolescenten veilige en ondersteunende omgevingen hebben waarin ze kunnen gedijen.”

Dit rapport is een wake-up call voor ons allemaal om pesten en geweld aan de kaak te stellen, waar en wanneer het ook gebeurt,” verklaarde dr. Hans Henri P. Kluge, regionaal directeur van de WHO voor Europa. “Met jongeren die tot 6 uur per dag online doorbrengen, kunnen zelfs kleine veranderingen in de cijfers van pesten en geweld grote gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van duizenden. Van zelfbeschadiging tot zelfmoord, we hebben gezien hoe cyberpesten in al zijn vormen de levens van jongeren en hun families kan verwoesten. Dit is zowel een gezondheids- als een mensenrechtenkwestie, en we moeten onze kinderen beschermen tegen geweld en schade, zowel offline als online.”

Om deze reden heeft WHO/Europa onlangs haar allereerste standpunt gepubliceerd over het beschermen van kinderen tegen online schade. Dit document zal overheden ondersteunen bij het formuleren van consistente verzoeken aan technologiebedrijven, met als algemeen doel het creëren van gezonde online omgevingen waarin kinderen kunnen gedijen.